Dankbaar gedenken we

Broeder

 Kees van der Meijden

1936 – 2007

Missionaris van Afrika

Kees werd geboren op 24 november 1936 te St.Michielsgestel. Hij volgde de opleiding in St.Charles, en ´s Heerenberg, waar hij zich op 28 januari 1956 door een eed van trouw verbond aan onze Sociëteit als Broeder Wenceslaus. Daarna volgde hij een tweejarige opleiding te Mariënthal, Luxemburg.

Kees was prettig in de omgang en steeds bereid een dienst te bewijzen, had een levendige verbeelding en was zeer spontaan. Hij was technisch zeer handig, vakkundig, en een harde werker. Hij streefde er uit alle macht naar om te laten zien dat hij zijn plaats waard was. Dit kon zich manifesteren in een neiging om te veel hooi op zijn vork te nemen en niet steeds volgens de afspraken te werken.

Na 5 jaar werkzaamheden in Boxtel en St.Charles vertrok hij op 6 oktober 1962 naar het bisdom Kigoma, Tanzania. Hij maakte eerst in het bisdom Bukoba een stage bij zijn dorpsgenoot Broeder Stephan van Rooij in de garage. Daarna kon hij vanuit de missie Kasulu de medebroeders van het bisdom Kigoma helpen bij het onderhoud en repareren van hun auto’s. In Kasulu bouwde hij ook een achthoekige kerk en een school.  In 1971 moest Kees in Nederland behandeld worden voor de gevolgen van een ernstige meningitis, en in 1974 voor een ernstige longontsteking. Eind 1975 werkte hij vanuit de garage van het bisdom Sumbawanga.

In november 1977 moest Kees definitief terug naar Nederland, en werd belast met de technische dienst in St.Charles. Van 1985 tot 1989 werkte hij in de civiele dienst van het GGZ Huize Voorburg in Vught. Hij bewees vele diensten aan alleenstaanden en ouderen en kreeg zelf een zorgzame begeleiding van het maatschappelijk werk. Zijn gezondheid bleef  achteruitgaan. Hij overleed 27 april 2007. Met een eucharistieviering hebben we op 3 mei 2007 afscheid van Kees genomen en hem op ons kerkhof te Heythuysen ter ruste gelegd.

“ Zijn Vader zag hem al in de verte aankomen

en hij werd door medelijden bewogen,

hij snelde op hem toe, viel hem om de hals

en kuste hem hartelijk.”   Lukas 15,20